Actueel

Schenking aan Nederlandse geliefde. Buitenlandse echtgenote stelt vordering tot vernietiging te laat in!

Uit een onlangs gewezen beschikking van de Rechtbank Amsterdam is weer eens naar voren gekomen hoe belangrijk het is om op tijd hulp in te roepen bij juridische vraagstukken die naar voren komen bij huwelijken met internationale aspecten.

De casus is als volgt

Een in Rusland wonende getrouwde man heeft in 2004 voor een Nederlandse notaris een schenking gedaan aan een Nederlandse dame, niet zijnde zijn echtgenote. De man overlijdt in 2007. Zijn weduwe eist bij de Nederlandse rechtbank in 2017 vernietiging van de schenking wegens het ontbreken van haar toestemming voor de schenking.

Bij een dergelijke internationale procedure spelen twee belangrijke vragen: allereerst dient te worden vastgesteld of de Nederlandse rechtbank wel bevoegd is en vervolgens dient vastgesteld te worden welk recht van toepassing is.

In dit geval wordt de rechtsmacht niet bepaald aan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering maar op basis van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. De woonplaats van de begiftigde is hier doorslaggevend. Nu de Nederlandse dame in kwestie in Nederland woont is dus de Nederlandse rechtbank bevoegd.

Voor het recht dat van toepassing op het toestemmingsvereiste wordt gekeken naar het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van de echtgenote ten tijde van de schenking: Rusland (artikel 10:40 BW (oud)).
Op grond van het Russische recht kan de echtgenote inderdaad de schenking vernietigen wegens het ontbreken van haar toestemming. Maar hier komt nog een addertje onder het gras; Heeft de weduwe haar vordering tot vernietiging van de schenking wel tijdig ingesteld?

Vordering verjaard

Naar Russisch recht is de verjaringstermijn één jaar. Deze termijn begint te lopen op het moment dat degene die zich beroept op de vernietiging wist of had moeten weten van de bewuste transactie (artikel 181 Burgerlijk Wetboek van de Russische Federatie). Het criterium “wist of had moeten weten” wordt naar Russisch recht streng uitgelegd. De weduwe diende binnen korte tijd na het overlijden de administratie van haar man actief uit te pluizen. Ze heeft dat echter pas in 2016 gedaan. Dit leidt ertoe dat haar vordering is verjaard!

Belang huwelijksdatum

Kenmerkend voor het internationaal huwelijksvermogensrecht en de gevolgen van een huwelijk tussen echtgenoten en derden is dat het afhankelijk van de huwelijksdatum is welke regeling geldt.  

In dit geval is van belang dat het huwelijk van het in Rusland wonende echtpaar is gesloten in 1968. Alhoewel artikel 10:40 BW is komen te vervallen met de invoering van de Europese Huwelijksvermogensrechtverordening per 19 januari 2019 geldt dit artikel door de Overgangswet Nieuw Burgerlijk wetboek artikel 271 nog altijd voor huwelijken die voor 19 januari 2019 zijn gesloten, tenzij na die datum huwelijkse voorwaarden zijn opgemaakt en/of een rechtskeuze is uitgebracht, dan geldt vanaf dat moment de regeling van de Europese huwelijksvermogensrechtverordening.

Dit voorbeeld illustreert duidelijk hoe ingewikkeld het is om bij internationale huwelijken te bepalen of de Nederlandse rechter wel bevoegd is en zo ja welk recht dan geldt. Wij hebben experts in huis die dit graag voor u uitzoeken!

Actueel

Testamentair bewindvoerder ontslagen wegens gewichtige redenen

Een testamentair bewindvoerder verloor uit het oog dat aan haar de zorg over het vermogen van een minderjarige was toevertrouwd. Door zich als heer en meester te gedragen over de goederen die eigendom waren van de minderjarige heeft de bewindvoerder uiterst laakbaar gehandeld, aldus Hof Den Bosch. Wat speelde er?

Minderjarige erfgenaam

Een minderjarige is enig erfgenaam van zijn vader. In het testament is een familielid tot testamentair bewindvoerder benoemd. De bewindvoerder vraagt ontslag op eigen verzoek, maar het Hof ontslaat de bewindvoerder wegens gewichtige redenen. ECLI:NL:GHSHE:2020:281.

Het Hof constateert dat de bewindvoerder niet tijdig een boedelbeschrijving heeft opgesteld én ook niet periodiek rekening en verantwoording heeft afgelegd. Verder is de bewindvoerder ver buiten zijn bevoegdheden getreden door eigenhandig goederen van de minderjarige te verkopen (gitaren), weg te geven aan personen die hebben geholpen bij het leegruimen van de woning en zich goederen toe te eigenen (uitkering uitvaartverzekering).

Beoordeling handelen testamentair bewindvoerder

De beoordeling van het handelen van een testamentair bewindvoerder verloopt langs twee lijnen. Allereerst of de bewindvoerder voldoet aan de wettelijke en testamentaire verplichtingen? De belangrijkste dwingendrechtelijke verplichtingen zijn het zo spoedig mogelijk opmaken van een boedelbeschrijving en het afleggen van rekening en verantwoording.

Beschermingsbewind

Daarnaast dient het handelen in overeenstemming te zijn met de aard van het bewind? In zijn algemeenheid vermeldt het testament in wiens belang het bewind is ingesteld. Is dit niet het geval geldt het wettelijk uitgangspunt van het belang van de rechthebbende; het beschermingsbewind.

De Parlementaire Geschiedenis van Boek 4 BW is helder over het beschermingsbewind: “Bewind betekent vóór alles: beheer” en “Het is de taak van de bewindvoerder om de goederen behoorlijk te beheren, waaruit voortvloeit dat zijn taak vooral een conserverende zal zijn”. In deze en diverse daaraan voorafgaande procedures wordt dit uitgangspunt keer op keer benadrukt. Een spraakmakend procedure betrof de aankoop van een boekhandel door de bewindvoerder ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ5733.

Conserveren en bewaren van de nalatenschap betekent dat de bewindvoerder niet (zonder meer) bevoegd is goederen te verkopen. Wanneer er sprake is van een acute geldnood om schulden te betalen of na overleg met de rechthebbende tot het vermogen, ontstaat de bevoegdheid.

Testamentair bewind is maatwerk

Uitgangspunt is dat een testamentair bewindvoerder integer handelt en zijn handelen bij een beschermingsbewind conserverend is. De wet biedt de mogelijkheid om de bevoegdheden en verplichtingen van de bewindvoerder bij testament nader te regelen.

Van deze mogelijkheden wordt maar sporadisch gebruik gemaakt. Terwijl de bewindvoerder en de rechthebbende(n) gebaat zijn bij een nadere regeling. Stel dat tot de nalatenschap verhuurd onroerend goed behoort en de erfgenamen minderjarig zijn. Wat dient de bewindvoerder te doen? Verkopen en de opbrengst op een bankrekening parkeren of de opbrengst op een andere wijze te laten renderen? Of is bewindvoerder gerechtigd om het onroerend goed aan te houden en de huuropbrengsten aan het bewind vermogen toe te voegen. In hoeverre heeft de bewindvoerder vrijheid van handelen?

Bij de opmaak van een testament is het belangrijk om stil te staan bij de omvang en samenstelling van het vermogen en de bepalingen over het bewind specifieker in te kleuren dan te volstaan met een verwijzing naar de wettelijke bepalingen.